Bourgognewijn: al eeuwenoud

door | 2 apr 2021

De eerste druivenstok bereikte zo’n 2000 jaar voor Christus via de handelsroutes Europa: eerst Griekenland, toen Zuid-Italië en daarna met de Romeinen mee. De meeste wijngebieden in Frankrijk dateren dan ook uit de Romeinse tijd. Toch waren het de katholieke monniken die pas in de middeleeuwen echt de wijngaarden vestigden: elk klooster had een eigen wijngaard om miswijn te maken. De monniken brachten hun tijd door met handenarbeid en wetenschappelijk onderzoek en dat had invloed op de kwaliteit van de wijn. Ze deelden hun wijngaarden in, bakenden percelen af en gaven veel van die percelen een naam. Rondom de beste percelen werden muren gebouwd om het wild buiten te houden. De monniken legden ook de basis voor de classificatie in cru’s en climats.

Vanaf de veertiende eeuw werden de wijnen uit de Bourgogne steeds bekender buiten het gebied. Dit kwam onder meer doordat de verschillende pausen, die toen in Avignon zetelden, de wijnen uit Beaune erg waardeerden. Monniken reisden veel en logeerden regelmatig in bevriende kloosters verspreid over heel Europa en zo vond een intense uitwisseling van kennis en regionale producten plaats. Wijn was hèt geschenk voor pausen, kardinalen, abten en andere hoogwaardigheidsbekleders. Dat zorgde voor een groeiend aanzien van de Bourgognewijnen.

In de vijftiende eeuw verloor de Kerk steeds meer van hun landerijen aan adellijke families en de opkomende bourgeoisie. De Franse Revolutie zou uiteindelijk de macht van de adel en de Kerk volledig tenietdoen. De wijngaarden werden geconfisqueerd, in stukken verdeeld en verkocht aan de landarbeiders. Dat zorgde voor een eerste, ernstige versnippering van het wijnlandschap. Maar er was ook een voordeel: de opkomende handelaren (negociants) kochten wijn of druiven bij de kleine producenten en organiseerden de wijnhandel en export. In de meeste gevallen werd de wijn door de handelaars afgewerkt, opgevoed en gecommercialiseerd. De wijnhandelaren investeerden ook in nieuwe technologieën en innovaties in de wijnbouw. De streek werd steeds populairder en de wijnen werden geëxporteerd tot in de Verenigde Staten. De gouden eeuw voor de Bourgogne en zijn wijnen was begonnen.

Aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw leken de druivenstruiken tot in de hemel te groeien. Innovaties in de wijnbouw zorgden ervoor dat de Bourgogne steeds populairder werd en de wijnen beter. De vraag werd steeds groter en de Bourgognewijnen werden tot in de Verenigde Staten geëxporteerd.

Maar die Amerikaanse connectie bleek rampzalig. Op plantgoed uit Amerika kwam namelijk het kleine druifluisje mee. Dat beestje nestelde zich in de wortels van de Europese druivenplanten en vrat zich zo gretig een weg door alle wijngaarden. In Frankrijk bezweek ongeveer 70 procent van alle planten. De meest drastische oplossingen werden uitgeprobeerd: wijngaarden werden onder water gezet, stokken begoten met aardolieproducten, percelen werden afgebrand. Maar niets hielp. Tot men ontdekte dat Amerikaanse wijnstokken geen last hadden van het beestje. Toen men serieus begon met het enten van Europese druivenrassen op Amerikaanse onderstukken, bleek dat het ei van Columbus.

Tot op de dag van vandaag staat bijna iedere wijnstok in de wereld op geënte onderstokken. Sommige mensen zeggen dat dat de smaak beïnvloedt, maar een alternatief is er niet. De druifluis heeft zich over de hele wereld verspreid en kan alleen op de geënte stokken geen vat krijgen.
Bovendien gebruikte men bij de heraanleg van de wijngaarden nieuwe, betere methodes, waardoor de kwaliteit van de druiven veel verbeterde.

De Bourgogne en zijn wijnen zijn tegenwoordig gerenommeerd over de hele wereld. De vraag is groot en goede wijnbouwers hebben maar weinig voorraad, zodat de prijzen hoog zijn. Sommige Bourgognes behoren tot de duurste verkochten wijnen ter wereld: er wordt zelfs mee gespeculeerd!

Chat openen
Kan ik je ergens mee helpen?
Goededag 👋, ik sta je graag te woord. Kan ik je ergens mee helpen?